Jeugdtaal Nederland

In dit lesuur gaa je aan de slag met de jeugdtaal in Nederland.

Na deze les

  •  ken je begrippen uit de Nederlandse jeugdtaal.
  •  kun je verschillen en overeenkomsten tussen de Duitse en Nederlandse jeugdtaal benoemen.

Aufgabe

a) Bekijk de begrippen uit de Nederlandse jeugdtaal en wijs een van de onderstaande Nederlandse betekenissen aan de begrippen toe.

   waggie

 

   aight

 

   planga

 

   wakka

 

   Damsco

 

   chappen

 

   doekoe

 

   brakka

 

   Agga

 

   donnie

 

50 Euro  -  Brille  -  Amsterdam  -  essen  -  Den Haag  - Hose

Okay/in Ordnung  -  laufen  -  Schuhe  -  Geld  - Auto

 

b) Vergelijk de termen van de Duitse jeugdtaal met termen uit je eigen jeugdtaal. Zijn er verschillen of komen de termen uit dezelfde thematisch gebied?