Rol van de fiets in Nederland en Duitsland (1 lesuur)

Thematisch ontwerp 
In deze les behandelen de leerlingen de rol van de fiets in Nederland en Duitsland. Daartoe beschrijven ze hoe ze zelf de fiets gebruiken en doen onderzoek naar het gebruik van de fiets in beide landen.  

De opdracht kan afzonderlijk of in groepen worden uitgevoerd. In deze les gaan de leerlingen met behulp van verschillende bijdragen aan de slag met het gebruik van de fiets in beide landen. Er worden geen redenen voor de historische oorzaak van deze cultuurverschillen genoemd. Als de leerlingen de historische redenen willen onderzoeken, kan hiervoor de tekst (Text Historische Gründe Rad) worden gebruikt. 
Om deze opdracht uit te voeren, hebben leerlingen toegang nodig tot de computerruimte of apparaten met een internetaansluiting. Het onderzoek kan in groepen, in tweetallen of afzonderlijk worden uitgevoerd. De opdracht kan het beste worden uitgevoerd als de leerlingen kennis hebben van de vreemde taal.

De leerlingen...

  • kunnen de rol van de fiets in hun eigen dagelijkse leven beschrijven. 
  • kunnen hun eigen gebruik van de fiets vergelijken met het gebruik van de fiets door hun klasgenoten. 
  • kunnen de rol van de fiets in Nederland en/of Duitsland omschrijven.
  • kunnen de rol van de fiets in beide landen vergelijken.
  • kunnen de rol van de fiets in de respectievelijke landen beoordelen op basis van hun onderzoeksresultaten.

1.    Voorbereiding
geen

2.    Introductie

Leerdoelen:

  • De leerlingen kunnen de rol van de fiets in hun eigen dagelijkse leven beschrijven. 
  • De leerlingen kunnen hun eigen gebruik van de fiets vergelijken met het gebruik van de fiets door hun klasgenoten. 

Instructie docent:
De docent vraagt de leerlingen hoe ze op school komen en laat ze vervolgens een grafiek zien van hoe de weg naar school is afgelegd. (https://nationaler-radverkehrsplan.de/de/aktuell/nachrichten/17-prozent-der-kinder-kommen-mit-dem-rad-zur ).  Eventueel kan hier ook een rondvraag worden gedaan om de klas te vergelijken met de gegevens uit de grafiek. Op basis van deze eerste vraag moeten de leerlingen inschatten hoeveel routes ze per week afleggen en op welke manier (met de fiets?). 

3.    Werk– en leerfase

Uitvoering: 

De leerlingen kunnen beide landen met elkaar vergelijken, of ze worden in groepen verdeeld en behandelen afhankelijk van de groep Nederland of Duitsland. Vervolgens kunnen leerlingen uit de groepen Duitsland en Nederland later hun resultaten vergelijken in groepjes of in tweetallen. Hoe deze discussie en de uitwisseling van resultaten er precies uit gaan zien, is aan de docent om te beslissen/bepalen. 
 

Opdracht 1

Leerdoelen:
 

  • De leerlingen kunnen de rol van de fiets in Nederland en/of Duitsland beschrijven. 
  • De leerlingen kunnen de rol van de fiets in beide landen vergelijken. 
  • De leerlingen kunnen de rol van de fiets in de respectievelijke landen beoordelen op basis van hun onderzoeksresultaten. 

Doe onderzoek naar de rol van de fiets in beide landen. Jullie kunnen de volgende vragen als leidraad gebruiken:

–    Hoeveel fietsen zijn er per persoon in beide landen? 
–    Welke afstanden worden met de fiets afgelegd? 
–    Hoeveel mensen gaan met de fiets naar het werk?
–    Hoe ziet de infrastructuur voor fietsen er in beide landen uit?

Verzamel vervolgens jullie resultaten in de klas of kleine groepen en vergelijk de gevonden gegevens. 

Opmerkingen:
De leerlingen noteren zowel de bron als de datum van de geselecteerde gegevens/informatie, zodat hun resultaten zo goed mogelijk kunnen worden vergeleken. 

De volgende bronnen kunnen worden gegeven om de leerlingen op weg te helpen: 

  • "Hoe Nederland 15 miljard kilometer per jaar fietst“: www.youtube.com/watch (van NOSop3, ondertiteling in Nederlands en Engels)
  • "Hoe fietst Nederland?“: www.youtube.com/watch (van de ANWB, ondertiteling Engels en Nederlands) 
  • "Radikale Fahrradstadt Groningen: Wie gut läuft der Verkehr?“: www.youtube.com/watch (van Galileo, geen ondertiteling)
  • "Houten in den Niederlanden: Wo das Fahrrad immer Vorfahrt hat“: www.youtube.com/watch (van Der Spiegel, video is in het Duits en Engels)


4.    Reflectie 
Hier kan de docent de les afsluiten en kijken of de leerdoelen zijn behaald. Ze kan dit bijv. doen door de leerlingen om een samenvattende conclusie te vragen. 


 

Uitdagingen van het fietsverkeer in Duitsland en Nederland (1 lesuur)

Thematisch ontwerp 
In deze leermodule gaan de leerlingen in op de uitdagingen van het fietsverkeer in Nederland en Duitsland en gaan ze na welke factoren van invloed zijn op het gebruik van de fiets. Ze vergelijken hun eigen overwegingen met een grafiek (GRAFIEK) en evalueren de verschillende factoren. 

Zo behandelen de leerlingen de noodzakelijke maatregelen voor ecologische en duurzame mobiliteit en overwegen vanuit hun persoonlijk oogpunt, welke van deze maatregelen de politiek als eerste moet nemen om het gebruik van de fiets als duurzaam vervoermiddel te promoten.
 
De leerlingen...

  • kunnen op basis van eigen ervaring factoren benoemen die van invloed zijn op het gebruik van de fiets.
  • kunnen hun eigen overwegingen evalueren op basis van een grafiek over dit onderwerp.
  • kunnen de maatregelen voor het gebruik van de fiets evalueren.
  • kunnen de noodzakelijke factoren voor het gebruik van de fiets evalueren. 

1.    Voorbereiding
geen

2.    Introductie

Leerdoelen:

  • De leerlingen kunnen op basis van eigen ervaring factoren benoemen die van invloed zijn op het gebruik van de fiets.  

Instructie docent:
De docent vraagt de leerlingen naar de problemen en kritieke situaties die ze in het dagelijks leven zijn tegengekomen met betrekking tot het fietsen en vraagt daarbij ook of deze situaties de reden zijn waarom leerlingen niet vaak fietsen (in zover ze dit niet doen) . 
De leerlingen denken bovendien na over welke factoren het gebruik van de fiets beïnvloeden en schrijven hun overwegingen op. De docent verzamelt deze op het bord of whiteboard.

3.    Werk– en leerfase

Uitvoering: 

De leerlingen vergelijken de lijst uit de introductie met een grafiek die de docent uitdeelt en voegen daar andere factoren uit de grafiek aan toe.
De leerlingen rangschikken vervolgens de verschillende factoren volgens hun belangrijkheid en leggen uit waarom ze de respectievelijke factoren bijzonder belangrijk of juist onbelangrijk vinden.  

Opdracht 1

Leerdoelen:

  • De leerlingen evalueren hun eigen overwegingen aan de hand van een grafiek over dit onderwerp. 
  • De leerlingen evalueren de maatregelen voor het gebruik van de fiets.
  • De leerlingen evalueren de noodzakelijke factoren voor het gebruik van de fiets. 

a)    Vergelijk jullie eigen lijst met de grafiek. Wat moet op het bord nog worden aangevuld? 
b)    Welke factoren zijn volgens jullie bijzonder belangrijk? 
c)    Welke punten moet de politiek als eerste aanpakken?
d)    Welke factoren kunnen de implementatie belemmeren?


4.    Reflectie 

Hier kan de docent de les afsluiten en bekijken of de leerdoelen zijn behaald. Zo kan ze de leerlingen vragen om een eindconclusie over de verschillende factoren die het fietsgebruik beïnvloeden.  Ook kan de vraag worden gesteld of de implementatie van de factoren hun gebruiksgedrag zou beïnvloeden.


 

Lesmateriaal en Links