Gebruik sociale media (ca. 1 lesuur)

Thematisch ontwerp

De leerlingen gaan aan de slag met hun gebruik van sociale media en het sociale media gebruik in Duitsland en Nederland. De leerlingen reflecteren op hun eigen gebruik van sociale media met betrekking tot welke platform ze gebruiken en tijd die ze daar doorbrengen. Ze vergelijken welke sociale media in Duitsland en Nederland worden gebruikt en vergelijken hun eigen gebruik met het gebruik in Duitsland en Nederland.

Daarvoor vergelijken de leerlingen twee onderzoeken – één over het gebruik van sociale media in Duitsland, één over het gebruik in Nederland – en bekijken overeenkomsten en verschillen met betrekking tot het gebruik van sociale media in de twee landen.

De basis voor de grensoverschrijdende vergelijking is een Duitse tekst over een onderzoek van ARD en ZDF en een tekst uit het AD, waarin de resultaten van een Nederlands onderzoek worden gepresenteerd. Om ervoor te zorgen dat de opdracht ook zonder kennis van vreemde talen kan worden uitgevoerd, zijn beide teksten vertaald. Bovendien zijn beide teksten beschikbaar als een pdf-document, zodat de leerlingen geen computer met internettoegang nodig hebben, maar de teksten kunnen worden geprint en kopieën kunnen worden uitgedeeld.

De leerlingen...

  • kunnen hun eigen gebruik van sociale media benoemen.
  • kunnen het gebruik van sociale media van de Duitsers en Nederlanders benoemen en analyseren.  
  • kunnen resultaten van verschillende onderzoeken met elkaar vergelijken.
     

1. Voorbereiding
geen

2. Introductie

Leerdoelen:

  • De leerlingen kunnen hun eigen gebruik van sociale media benoemen.
     

Instructie docent:

De leerlingen schrijven op welke sociale media ze gebruiken en in welke mate ze dit doen (dit kunnen ze mogelijk zien via het batterijverbruik of schermtijd van hun mobiele telefoon/laptop) en wat ze voor hen betekent. Dit wordt achteraf klassikaal besproken.

Opmerking: De docent kan alle leerlingen aan het woord laten en de resultaten opschrijven. Zo kunnen statistieken over het gebruik van sociale media van de klas worden gemaakt.

Ideeën hoe het op het bord eruit kan zien:

Sociale media

Aantal leerlingen dat dit medium gebruikt

Percentage

WhatsApp

 

 

Facebook

 

 

Instagram

 

 

Snapchat

 

 

Twitter

 

 

YouTube

 

 


Indien gewenst kan het schema rechts worden aangevuld met de schermtijd, mits eerst alle tijden van de leerlingen worden genoteerd en vervolgens het gemiddelde wordt berekend.

Het is ook mogelijk dat de leerlingen de informatie over hun gebruik op een papier schrijven. Vervolgens kan de docent het gebruik van de klas tijdens de leer- en werkfase evalueren. Dit bespaart tijd, niet alle leerlingen hoeven hun gebruik achter elkaar te presenteren. Tegelijkertijd kunnen op deze manier een discussie of eventuele opmerkingen worden voorkomen als leerlingen geen gebruik maken van sociale media.

Opdracht 1c) kan in dit geval nog niet door de leerlingen worden beantwoord, maar kan worden besproken tijdens of na de bespreking van de resultaten van de artikelen of in de feedbackfase.

3. Werk- en leerfase

Opdracht 1

Leerdoelen:

  • De leerlingen kunnen het gebruik van sociale media van de Duitsers en Nederlanders benoemen en analyseren.  
  • De leerlingen kunnen resultaten van verschillende onderzoeken met elkaar vergelijken.
     

a) Lees de teksten over sociale mediagebruik in Duitsland en Nederland en vergelijk het mediagebruik van beide landen. Waar zie je verschillen, waar overeenkomsten?

Online onderzoek 2019: Meer dan 50 miljoen mensen elke dag online

Gebruik Facebook keldert onder jongeren

b) Heb je ideeën of gissingen over wat de redenen kunnen zijn voor verschillen of overeenkomsten?

c) Vergelijk de gegevens uit de teksten met het gebruik van sociale media van jou en je klasgenoten. Komen deze overeen met de informatie in de teksten?

4. Reflectie

Hier reflecteren de leerlingen of ze de doelen hebben gehaald. Hiervoor stelt de docent vragen om de kennisoverdracht te controleren.