Korte verhalen

Deze les gaat over het onderwerp korte verhalen. Daarom lees je de korte verhalen:

  • Zomerkroos van Gerda Blees (uit: Aan doodgaan dachten we niet, 2017)
  • Sommerhaus, later door Judith Hermann (uit: Sommerhaus, later, 1998)

Na deze les

  • kun je korte verhalen kort samenvatten.
  • kun je je eigen leesgedrag benoemen.
  • kun je begripsproblemen benoemen. 
  • ken je voorbeelden van Duitse en Nederlandse literatuur.
  • kun je regionale aspecten in de literatuur herkennen.
  • kun je typische elementen van korte verhalen benoemen.
  • kun je analyseren of korte verhalen karakteriserende elementen bevatten of niet.

Opdracht 1

a) Analyseer de verhalen met betrekking tot de volgende aspecten:

  • verteller en vertelperspectief
  • verteltijd en vertelde tijd
  • personages
  • plaats en tijd
  • onderwerp
  • motieven en stijlfiguren

b) Bekijk de typerende kenmerken van korte verhalen en vergelijk deze met de verhalen. Welke aspecten kunnen jullie vinden in de verhalen, welke kunnen jullie niet vinden?

 Korte verhalen hebben bepaalde kenmerken waardoor ze zich onderscheiden van andere soorten tekst, zoals een novelle of een roman.

 Deze kenmerken zijn:

  • Ze zijn kort en ze kunnen snel worden gelezen.
  • Er is geen introductie, ze beginnen in media res (zonder introductie, in het midden van het verhaal).
  • Er zijn slechts enkele personages die niet gedetailleerd worden getypeerd.
  • De focus ligt op een bijzondere gebeurtenis.
  • Het einde is open.

Opdracht 2

a) Welke aspecten van het betreffende korte verhaal zijn typisch voor het land, d.w.z. typisch Duits of typisch Nederlands?

b) Hoe zouden jullie de verhalen aanpassen als jullie het Nederlandse korte verhaal wilden "verduitsen" of het Duitse korte verhaal wilden "vernederlandsen". Welke aspecten van de inhoud zouden jullie veranderen en waarom?

Opdracht 3

a) Stel, jullie nemen een interview van één vraag af met de auteur. Bedenk één vraag die jullie de auteur zouden willen stellen.

b) Bedenk een fictief antwoord dat de auteur naar jullie mening zou kunnen geven.

Opdracht 4

Stel dat je een interview met één vraag afneemt bij een van de personages uit het verhaal. Denk hierbij aan vragen over zijn/haar motivatie of gedachten in een bepaalde situatie. Verplaats jezelf in dit personage en schrijf de vraag en het antwoord op.