Taalgeschiedenis Tweede Germaanse klankverschuiving
In dit lesuur ga je aan de slag met taalgeschiedenis aan de hand van de Tweede Germaanse klankverschuiving
Na dit lesuur
- kun je systematische verschillen in het medeklinkersysteem van het Duits en het Nederlands herkennen.
- kun je de tweede Germaanse klankverschuiving en de bijbehorende veranderingen benoemen.
- kun je de systematische verschillen in het medeklinkersysteem van beide talen gebruiken om de andere taal beter te begrijpen.
Opdracht 1:
a) Schrijf de Duitse en Nederlandse begrippen, die onder het schema staan zo op dat de woorden met dezelfde betekenis naast elkaar staan.
Nederlands | Duits | Nederlands | Duits |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Pflug – boek – Wasser – schlafen – twijfel – Zeit – dochter – Tag – tijd – Gruß – Apfel – ik – Tochter – maken – zwei – dag – müssen – slapen – Buch – schip – appel – tun – groet –Zweifel – ich – ploeg – water – twee – Schiff – moeten – machen – doen |
b) Vergelijk de Nederlandse en Duitse termen met elkaar en schrijf op wat je opvalt. Welke klanken van de ene taal verschillen doorgaans in de andere taal? Kun je groepen herkennen? Let vooral op de uitspraak, niet (alleen) op de spelling.
c) Lees de tekst over de tweede klankverschuiving en vergelijk jouw ideeën van opdracht 1b met de verklaringen van de tekst. Komen deze overeen?
De tweede Germaanse of Hoogduitse klankverschuiving De tweede klankverschuiving vond plaats van ongeveer 500 tot 800 na Christus en verspreidde zich vanuit de Alpen naar het noorden. De taalkundige veranderingen gingen echter niet door tot Noord-Duitsland, maar stopten in het midden van Duitsland bij het dorp Benrath bij Düsseldorf. Daarom is er ook sprake van de Benrather linie, die zich uitstrekt van Aken in het westen van Duitsland tot Frankfurt/Oder in het oosten, en het West-Germaanse taalgebied sinds de tweede klankverschuiving in twee delen splitst: ten zuiden van de lijn is een “nieuwe” taal ontstaan: het Hoogduits. In het noorden hebben de taalkundige veranderingen niet plaatsgevonden. Daarom worden in dit Nederduitse taalgebied (Nederlands, Engels en Nederduits) nog steeds “oude” klanken gebruikt.
|
d) Wijs de woorden van opdracht 1a toe aan de taalkundige veranderingen die in de tekst worden genoemd. Vergeet niet dat het om de klanken (= uitspraak) gaat, niet om de spelling.
- p achter klinkers wordt ff _____________________________________________
- p wordt pf _____________________________________________
- t achter klinkers wordt ss _____________________________________________
- t wordt tz _____________________________________________
- k achter klinkers wordt ch _____________________________________________
- d wordt t _____________________________________________