Migratie in Duitsland en Nederland: Oorzaken voor migratie (ca. 1 lesuur)

Thematisch ontwerp

In deze module gaan de leerlingen in op de oorzaken van vluchten en migratie.
Denk hiervoor eerst na over de oorzaken van vluchten en migratie en lees vervolgens een tekst over migranten en vluchtelingen in Duitsland en Nederland. Op basis van de tekst voegen jullie je eigen overwegingen toe en categoriseren deze in push- en pullfactoren, een categorisering die in de sociale wetenschappen steeds opnieuw wordt gedaan.

De leerlingen...

  • denken na over welke oorzaken van vluchten en migratie zij al kennen en welke oorzaken nog spontaan in hen opkomen.
  • kunnen aan de hand van gegevens en feiten voorbeelden noemen van de oorzaken van vluchten en migratie.
  • kunnen de oorzaken van vluchten indelen in het push-and-pull model van migratie en zo factoren benoemen die vluchten en migratie veroorzaken of bevorderen.
     

1. Voorbereiding
geen
 

2. Introductie

Leerdoelen:

  • De leerlingen denken na over welke oorzaken van vluchten en migratie zij al kennen en welke oorzaken nog spontaan in hen opkomen.
     

Instructie docent:

De docent vraagt naar de oorzaken van migratie en vluchten en de leerlingen melden de oorzaken die zij kennen - hetzij uit hun persoonlijke omgeving, hetzij uit achtergrondkennis over dit onderwerp.

 

3. Werk- en leerfase

Uitvoering:

De leerlingen lezen een informatieve tekst over migranten en vluchtelingen in Duitsland en Nederland (tekst "Migratie in Duitsland en Nederland"). Vervolgens vullen zij hun overwegingen uit de introductie aan met de oorzaken die in de tekst worden genoemd en denken na over een categorisering. Vervolgens lezen zij een korte informatieve tekst over push- en pullfactoren (tekst “Push- en pullfactoren”) en gebruiken deze indeling om de redenen voor migratie die worden genoemd in de informatieve tekst “Migratie Duitsland/Nederland” te categoriseren. De docent besluit of er in groepjes of in tweetallen moet worden gewerkt.

Opdracht

Leerdoelen:

  • De leerlingen kunnen aan de hand van gegevens en feiten voorbeelden noemen van de oorzaken van vluchten en migratie.

a) Lees de tekst Migratie in Duitsland en Nederland en vat de oorzaken van migratie samen. Welke oorzaken hebben jullie aan het begin van de les nog niet bedacht?

b) Hoe kunnen deze oorzaken worden gecategoriseerd? Hoe kan men deze groeperen?

c) Lees vervolgens de tekst push- en pullfactoren van migratie en groepeer de migratiebewegingen uit de informatieve tekst volgens push- en pullfactoren. Kunnen jullie de lijst nog aanvullen?
 

4. Reflectie

Hier reflecteren de leerlingen op de kennis die is opgedaan met de opdrachten die zij hebben gemaakt. Er wordt gekeken of de leerdoelen zijn behaald.

  • De docent kan de leerlingen bijvoorbeeld confronteren met de vraag of alle factoren even bevorderlijk zijn voor migratie of vluchten, of dat sommige factoren zwaarder wegen dan andere.
  • De docent kan de leerlingen ook om hun persoonlijke mening vragen. Welke factoren zijn (of waren) beslissend voor hen om hun thuisland te verlaten?